1 Terwijl Israël in Sittim verbleef, begon het volk ontucht te plegen met de dochters van Moab.
2 Dezen nodigden het volk tot de slachtoffers van haar goden en het volk at daarvan en boog zich neer voor haar goden.
3 Toen Israël zich aan Baäl-Peor gekoppeld had, ontbrandde de toorn des Heren tegen Israël
4 en de Here zeide tot Mozes: Neem al de oversten van het volk en hang hen in het openbaar op voor de Here, opdat de brandende toorn des Heren zich van Israël afwende.