47 Dit waren de geslachten der zonen van Aser, naar hun getelden, drieënvijftigduizend vierhonderd.
48 De zonen van Naftali, naar hun geslachten, waren: van Jachseël het geslacht der Jachseëlieten; van Guni het geslacht der Gunieten;
49 van Jeser het geslacht der Jisrieten en van Sillem het geslacht der Sillemieten.
50 Dit waren de geslachten van Naftali, naar hun geslachten, en hun getelden waren vijfenveertigduizend vierhonderd.
51 Dit waren de getelden der Israëlieten: zeshonderdéénduizend zevenhonderd dertig.
52 En de Here sprak tot Mozes:
53 Onder dezen zal het land ten erfdeel worden verdeeld naar het aantal namen;