1 De Here sprak tot Mozes:
2 Gebied de Israëlieten en zeg tot hen: Gij zult zorg dragen mijn offergave, mijn spijze, als mijn vuuroffers, een liefelijke reuk voor Mij, op de bepaalde tijd aan Mij te brengen.
3 Zeg dan tot hen: Dit is het vuuroffer, dat gij de Here brengen zult: twee gave, éénjarige schapen per dag als dagelijks brandoffer;
4 het ene schaap zult gij des morgens bereiden, het andere schaap zult gij in de avondschemering bereiden.