36 Dan zult gij een brandoffer brengen, een vuuroffer, een liefelijke reuk voor de Here: één stier, één ram, zeven gave, éénjarige schapen,
37 het bijbehorend spijsoffer en de bijbehorende plengoffers bij de stier, bij de ram en bij de schapen naar hun aantal, volgens het voorschrift;
38 en één bok als zondoffer, ongeacht het dagelijks brandoffer en het bijbehorend spijsoffer en het bijbehorend plengoffer.
39 Dit zult gij voor de Here op uw feesten bereiden als uw brandoffers, uw spijsoffers, uw plengoffers en uw vredeoffers, behalve uw gelofteoffers en uw vrijwillige offers.
40 En Mozes sprak tot de Israëlieten naar alles wat de Here Mozes geboden had.