1 En Mozes sprak tot de stamhoofden der Israëlieten: Dit is het woord, dat de Here geboden heeft.
2 Wanneer een man de Here een gelofte doet of een eed zweert, waardoor hij een verplichting op zich neemt, dan zal hij zijn woord niet schenden; geheel zoals hij het uitgesproken heeft, zal hij doen.
3 Maar wanneer een vrouw de Here een gelofte gedaan en een verplichting op zich genomen heeft in haars vaders huis in haar jeugd,
4 en haar vader de gelofte en de verplichting die zij op zich heeft genomen, gehoord heeft, maar haar vader tegen haar gezwegen heeft, dan zullen al haar geloften van kracht zijn en elke verplichting die zij op zich genomen heeft, zal van kracht zijn.