37 en de schatting voor de Here van de schapen bedroeg zeshonderd vijfenzeventig;
38 en de runderen zesendertigduizend en hun schatting voor de Here tweeënzeventig;
39 en de ezels dertigduizend vijfhonderd en hun schatting voor de Here eenenzestig;
40 en de mensen zestienduizend en hun schatting voor de Here tweeëndertig.
41 En Mozes gaf de schatting, de heffing voor de Here, aan de priester Eleazar, zoals de Here Mozes geboden had.
42 En de helft, bestemd voor de Israëlieten, die Mozes van de mannen welke uitgetrokken waren, afgescheiden had,
43 de helft voor de vergadering bestemd, bedroeg van de schapen driehonderdzevenendertigduizend vijfhonderd,