10 Zij braken op van Elim en legerden zich aan de Schelfzee.
11 Zij braken op van de Schelfzee en legerden zich in de woestijn Sin.
12 Zij braken op van de woestijn Sin en legerden zich te Dofka.
13 Zij braken op van Dofka en legerden zich te Alus.
14 Zij braken op van Alus en legerden zich te Refidim, waar voor het volk geen water was om te drinken.
15 Zij braken op van Refidim en legerden zich in de woestijn Sinai.
16 Zij braken op van de woestijn Sinai en legerden zich te Kibrot-Hattaäwa.