42 Zij braken op van Salmona en legerden zich te Punon.
43 Zij braken op van Punon en legerden zich te Obot.
44 Zij braken op van Obot en legerden zich bij de puinhopen van Abarim in het gebied van Moab.
45 Zij braken op van de puinhopen en legerden zich te Dibon-Gad.
46 Zij braken op van Dibon-Gad en legerden zich te Almon-Diblataïm.
47 Zij braken op van Almon-Diblataïm en legerden zich in het gebergte Abarim tegenover Nebo.
48 Zij braken op van het gebergte Abarim en legerden zich in de velden van Moab bij de Jordaan tegenover Jericho;