17 En de Here sprak tot Mozes en Aäron:
18 Laat de stam van de geslachten der Kehatieten niet uitgeroeid worden uit de Levieten.
19 Maar dit zult gij voor hen doen, opdat zij blijven leven en niet sterven, wanneer zij de allerheiligste dingen naderen. Aäron en zijn zonen zullen naar binnen gaan en hun een plaats aanwijzen, ieder bij hetgeen hij te doen of te dragen heeft.
20 Maar zij zullen niet naar binnen gaan, zodat zij het heilige ook maar voor een ogenblik zien, want dan zouden zij sterven.
21 En de Here sprak tot Mozes:
22 Neem ook het aantal op van de Gersonieten naar hun families en geslachten:
23 van dertig jaar oud en daarboven tot vijftig jaar oud zult gij hen tellen, ieder, die dienstplichtig is om arbeid te verrichten in de tent der samenkomst.