1 De woorden van Prediker, de zoon van David, koning te Jeruzalem.
2 IJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid!
3 Welk voordeel heeft de mens van al zijn zwoegen, waarmee hij zich aftobt onder de zon?
4 Het ene geslacht gaat en het andere geslacht komt, maar de aarde blijft altoos staan.