1 Dode vliegen doen de zalf van de zalfbereider stinkend gisten; een weinig onverstand heeft meer invloed dan wijsheid en eer.
2 De geest van de wijze richt zich naar rechts, maar de geest van de dwaas naar links.
3 Waar de dwaas ook gaat, zijn verstand ontbreekt; hij zegt tot ieder, dat hij een dwaas is.
4 Indien de toorn van een heerser zich tegen u verheft, verlaat dan uw plaats niet, want gelatenheid voorkomt grote misslagen.
5 Er is een kwaad, dat ik zag onder de zon als een dwaling, die bij een machthebber haar oorsprong vond:
6 de dwaas werd op de hoogste posten gesteld, aanzienlijken en rijken zaten in vernedering;