6 Want als het geknetter van dorens onder een pot, zo is het lachen van de dwaas. Ook dit is ijdelheid.
7 Voorzeker, afpersing maakt een wijze dwaas, en een steekpenning bederft het hart.
8 Het einde ener zaak is beter dan haar begin; beter een lankmoedige dan een hoogmoedige.
9 Wees niet te spoedig geërgerd in uw geest, want ergernis huist in de boezem der dwazen.
10 Zeg niet: Hoe komt het, dat de vroegere tijden beter waren dan deze? Want niet uit wijsheid zoudt gij aldus vragen.
11 Wijsheid is even goed als een erfdeel en een voorrecht voor wie de zon aanschouwen.
12 Want de wijsheid beschermt evenals het geld, maar het is een voordeel te weten: de wijsheid doet haar bezitters leven.