1 De Spreuken van Salomo.Een wijs zoon verheugt zijn vader,maar een dwaas zoon is een bekommering voor zijn moeder.
2 Schatten, door goddeloosheid verkregen, doen geen nut,maar gerechtigheid redt van de dood.
3 De Here laat de rechtvaardige geen honger lijden,maar de begerigheid der goddelozen wijst Hij af.
4 Een trage hand maakt arm,maar de hand des vlijtigen maakt rijk.
5 Wie verzamelt in de zomer, is een verstandig zoon;wie slaapt in de oogsttijd,is een zoon die zich schandelijk gedraagt.