23 In alle moeitevolle arbeid zal voordeel zijn,maar het gepraat der lippen leidt enkel tot gebrek.
24 De kroon der wijzen is hun rijkdom;de dwaasheid der zotten blijft dwaasheid.
25 Een betrouwbaar getuige is een redder van levens,maar wie leugens blaast, is een en al bedrog.
26 In de vreze des Heren ligt sterke gerustheid,zelfs voor zijn zonen is er een schuilplaats.
27 De vreze des Heren is een bron des levens,om de strikken des doods te ontwijken.
28 In de menigte van volk is des konings heerlijkheid,maar in gebrek aan onderdanenligt de ondergang van de machthebber.
29 De lankmoedige is groot van verstand,maar wie kortaangebonden is, hoopt dwaasheid op.