11 Dodenrijk en verderf liggen open voor de Here,hoeveel te meer de harten der mensenkinderen!
12 De spotter houdt er niet van, dat men hem terechtwijst;tot de wijzen zal hij niet gaan.
13 Een blij hart maakt het aangezicht vrolijk,maar door harteleed wordt de geest verslagen.
14 Het hart van de verstandige zoekt kennis,maar de mond der zotten houdt zich met dwaasheid bezig.
15 Al de dagen van de ellendige zijn boos,maar voor de blijmoedige is het altijd feest.
16 Beter is een weinig in de vreze des Heren,dan een grote schat en onrust daarbij.
17 Beter een schotel groente, waar liefde heerst,dan een gemeste os en haat daarbij.