1 De mens heeft overleggingen des harten,maar het antwoord der tong is van de Here.
2 Al iemands wegen zijn rein in zijn ogen,maar de Here toetst de geesten.
3 Beveel de Here uw werken,dan zullen uw voornemens gelukken.
4 De Here heeft alles gemaakt voor zijn doel,ja, zelfs de goddeloze voor de dag des kwaads.
5 Iedere hooghartige is de Here een gruwel;voorwaar, hij blijft niet ongestraft.
6 Door liefde en trouw wordt de ongerechtigheid verzoend,door de vreze des Heren wijkt men van het kwaad.
7 Als iemands wegen de Here behagen,doet Hij zelfs diens vijanden vrede met hem maken.