18 Want het is liefelijk, dat gij ze in uw binnenste bewaart,dat zij alle bestendig op uw lippen zijn.
19 Opdat uw betrouwen op de Here zij,onderricht ik u heden, ja u.
20 Heb ik niet kernspreuken voor u opgeschrevenmet raadgevingen en kennis,
21 om u bekend te maken de juistheid van betrouwbare woorden,opdat gij uw zender betrouwbare woorden kunt antwoorden?
22 Beroof de geringe niet, omdat hij arm is,en vertreed de ellendige niet in de poort;
23 want de Here zal hun rechtsgeding voerenen hun berovers van het leven beroven.
24 Ga niet om met een driftkopen laat u niet in met een heethoofd,