7 Wees niet wijs in eigen ogen,vrees de Here en wijk van het kwaad;
8 het zal medicijn wezen voor uw vlees,en lafenis voor uw gebeente.
9 Vereer de Here met uw rijkdomen met de eerstelingen van al uw inkomsten,
10 dan zullen uw schuren met overvloed gevuld wordenen uw perskuipen van most overstromen.
11 Veracht, mijn zoon, de tuchtiging des Heren nieten keer u niet met weerzin af van zijn bestraffing.
12 Want de Here bestraft wie Hij liefheeft,ja, gelijk een vader een zoon, aan wie hij welgevallen heeft.
13 Welzalig de mens die wijsheid vindt,de mens die verstandigheid verkrijgt;