24 Zij vervaardigt linnen kleding en verkoopt die;aan de koopman levert zij gordels.
25 Kracht en luister is haar gewaad,de komende dag lacht zij toe.
26 Met wijsheid opent zij haar mond,vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong.
27 Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding,het brood der traagheid eet zij niet.
28 Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig,ook haar man roemt haar:
29 Vele dochters gedragen zich wakker,maar gij overtreft haar alle!
30 Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid,maar een vrouw die de Here vreest, die is te prijzen.