5 opdat hij niet drinke en de inzettingen vergeteen het recht van alle verdrukten verkere.
6 Geeft bedwelmende drank aan wie te gronde gaat,en wijn aan wie bitter bedroefd zijn;
7 opdat hij drinke en zijn armoede vergete,en aan zijn moeite niet meer denke.
8 Doe uw mond open ten bate van de stomme,ten behoeve van het recht van allen die wegkwijnen;
9 open uw mond, oordeel rechtvaardig,verschaf de verdrukte en nooddruftige recht.
10 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden?haar waarde gaat koralen ver te boven.
11 Op haar vertrouwt het hart van haar man,het zal hem aan voordeel niet ontbreken.