1 Hoort, zonen, de tucht van een vader,en weest opmerkzaam, om inzicht te verkrijgen,
2 want ik geef u goede leer;verlaat mijn onderwijzing niet.
3 Want toen ik nog als zoon bij mijn vader was,teder en een enig kind voor het aangezicht van mijn moeder,
4 onderwees hij mij en zeide tot mij:Laat uw hart mijn woorden vasthouden;onderhoud mijn geboden, opdat gij moogt leven.