17 hoogmoedige ogen, een valse tong,handen die onschuldig bloed vergieten,
18 een hart dat heilloze plannen smeedt,voeten die zich haasten om naar het kwade te snellen,
19 wie leugens uitblaast als een vals getuigeen wie twist stookt tussen broeders.
20 Bewaar, mijn zoon, het gebod van uw vaderen verwerp de onderwijzing van uw moeder niet.
21 Bind ze bestendig op uw hart,hang ze om uw hals.
22 Als gij op weg zijt, moge het u leiden;als gij u nederlegt, moge het over u waken,als gij wakker wordt, moge het u toespreken.
23 Want het gebod is een lampen de onderwijzing een licht,de vermaningen der tucht zijn een weg ten leven,