23 (102:24) Hij heeft mijn kracht op den weg ter neder gedrukt; mijn dagen heeft Hij verkort.
24 (102:25) Ik zeide: Mijn God! neem mij niet weg in het midden mijner dagen; Uw jaren zijn van geslacht tot geslacht.
25 (102:26) Gij hebt voormaals de aarde gegrond, en de hemelen zijn het werk Uwer handen;
26 (102:27) Die zullen vergaan, maar Gij zult staande blijven; en zij alle zullen als een kleed verouden; Gij zult ze veranderen als een gewaad, en zij zullen veranderd zijn.
27 (102:28) Maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet geeindigd worden.
28 (102:29) De kinderen Uwer knechten zullen wonen, en hun zaad zal voor Uw aangezicht bevestigd worden.