25 (102:26) Gij hebt voormaals de aarde gegrond, en de hemelen zijn het werk Uwer handen;
26 (102:27) Die zullen vergaan, maar Gij zult staande blijven; en zij alle zullen als een kleed verouden; Gij zult ze veranderen als een gewaad, en zij zullen veranderd zijn.
27 (102:28) Maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet geeindigd worden.
28 (102:29) De kinderen Uwer knechten zullen wonen, en hun zaad zal voor Uw aangezicht bevestigd worden.