1 Een lied, een psalm van David. (108:2) O God! mijn hart is bereid; ik zal zingen en psalmzingen, ook mijn eer.
2 (108:3) Waak op, gij luit en harp! ik zal in den dageraad opwaken.
3 (108:4) Ik zal U loven onder de volken, o HEERE! en ik zal U psalmzingen onder de natien.
4 (108:5) Want Uw goedertierenheid is groot tot boven de hemelen, en Uw waarheid tot aan de bovenste wolken.
5 (108:6) Verhef U, o God! boven de hemelen, en Uw eer over de ganse aarde.
6 (108:7) Opdat Uw beminden bevrijd worden; geef heil door Uw rechterhand, en verhoor ons.
7 (108:8) God heeft gesproken in Zijn heiligdom, dies zal ik van vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het dal van Sukkoth zal ik afmeten.