6 (20:7) Alsnu weet ik, dat de HEERE Zijn Gezalfde behoudt; Hij zal Hem verhoren uit den hemel Zijner heiligheid; het heil Zijner rechterhand zal zijn met mogendheden.
7 (20:8) Dezen vermelden van wagens, en die van paarden; maar wij zullen vermelden van den Naam des HEEREN, onzes Gods.
8 (20:9) Zij hebben zich gekromd, en zijn gevallen; maar wij zijn gerezen en staande gebleven.
9 (20:10) O HEERE! behoud; die koning verhore ons ten dage van ons roepen.