15 Ain. Mijn ogen zijn geduriglijk op den HEERE, want Hij zal mijn voeten uit het net uitvoeren.
16 Pe. Wend U tot mij, en wees mij genadig, want ik ben eenzaam en ellendig.
17 Tsade. De benauwdheden mijns harten hebben zich wijd uitgestrekt; voer mij uit mijn noden.
18 Resch. Aanzie mijn ellende, en mijn moeite, en neem weg al mijn zonden.
19 Resch. Aanzie mijn vijanden, want zij vermenigvuldigen, en zij haten mij met een wreveligen haat.
20 Schin. Bewaar mijn ziel, en red mij; laat mij niet beschaamd worden, want ik betrouw op U.
21 Thau. Laat oprechtigheid en vroomheid mij behoeden, want ik verwacht U.