1 Een psalm van David. Aleph. Ontsteek u niet over de boosdoeners; benijd hen niet, die onrecht doen.
2 Want als gras zullen zij haast worden afgesneden, en als de groene grasscheutjes zullen zij afvallen.
3 Beth. Vertrouw op den HEERE, en doe het goede; bewoon de aarde, en voed u met getrouwigheid.
4 En verlustig u in den HEERE, zo zal Hij u geven de begeerten uws harten.
5 Gimel. Wentel uw weg op den HEERE, en vertrouw op Hem; Hij zal het maken;
6 En zal uw gerechtigheid doen voortkomen als het licht, en uw recht als den middag.