7 (51:9) Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw.
8 (51:10) Doe mij vreugde en blijdschap horen; dat de beenderen zich verheugen, die Gij verbrijzeld hebt.
9 (51:11) Verberg Uw aangezicht van mijn zonden, en delg uit al mijn ongerechtigheden.
10 (51:12) Schep mij een rein hart, o God! en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.
11 (51:13) Verwerp mij niet van Uw aangezicht, en neem Uw Heiligen Geest niet van mij.
12 (51:14) Geef mij weder de vreugde Uws heils; en de vrijmoedige geest ondersteune mij.
13 (51:15) Zo zal ik den overtreders Uw wegen leren; en de zondaars zullen zich tot U bekeren.