6 (57:7) Zij hebben een net bereid voor mijn gangen, mijn ziel was nedergebukt; zij hebben een kuil voor mijn aangezicht gegraven; zij zijn er midden ingevallen. Sela.
7 (57:8) Mijn hart is bereid, o God! mijn hart is bereid; ik zal zingen, en psalmzingen.
8 (57:9) Waak op, mijn eer! waak op, gij, luit en harp! ik zal in den dageraad opwaken.
9 (57:10) Ik zal U loven onder de volken, o Heere! ik zal U psalmzingen onder de natien.
10 (57:11) Want Uw goedertierenheid is groot tot aan de hemelen, en Uw waarheid tot aan de bovenste wolken.
11 (57:12) Verhef U boven de hemelen, o God! Uw eer zij over de ganse aarde.