8 (63:9) Mijn ziel kleeft U achteraan; Uw rechterhand ondersteunt mij.
9 (63:10) Maar dezen, die mijn ziel zoeken tot verwoesting, zullen komen in de onderste plaatsen der aarde.
10 (63:11) Men zal hen storten door het geweld des zwaards; zij zullen de vossen ten deel worden.
11 (63:12) Maar de koning zal zich in God verblijden; een iegelijk, die bij Hem zweert, zal zich beroemen; want de mond der leugensprekers zal gestopt worden.