8 (92:9) Maar Gij zijt de Allerhoogste in eeuwigheid de HEERE!
9 (92:10) Want zie, Uw vijanden, o HEERE! want zie, Uw vijanden zullen vergaan; al de werkers der ongerechtigheid zullen verstrooid worden.
10 (92:11) Maar Gij zult mijn hoorn verhogen, gelijk eens eenhoorns; ik ben met verse olie overgoten.
11 (92:12) En mijn oog zal mijn verspieders aanschouwen; mijn oren zullen het horen, aangaande de boosdoeners, die tegen mij opstaan.
12 (92:13) De rechtvaardige zal groeien als een palmboom; hij zal wassen als een cederboom op Libanon.
13 (92:14) Die in het huis des HEEREN geplant zijn, dien zal gegeven worden te groeien in de voorhoven onzes Gods.
14 (92:15) In den grijzen ouderdom zullen zij nog vruchten dragen; zij zullen vet en groen zijn,