Richteren 19:23 SV1750

23 En de man, de heer des huizes, ging tot hen uit, en zeide tot hen: Niet, mijn broeders, doet toch zo kwalijk niet; naardien deze man in mijn huis gekomen is, zo doet zulke dwaasheid niet.

Lees verder hoofdstuk Richteren 19

Uitzicht Richteren 19:23 in verband