Richteren 19:24 SV1750

24 Ziet, mijn dochter die maagd is, en zijn bijwijf, die zal ik nu uitbrengen, dat gij die schendt, en haar doet, wat goed is in uw ogen; maar doet aan dezen man zulk een dwaas ding niet.

Lees verder hoofdstuk Richteren 19

Uitzicht Richteren 19:24 in verband