31 De mensen uit Madmena vluchten. De bewoners van Gebim slaan massaal op de vlucht.
32 De vijand staat al bij Nob. Ze schudden dreigend hun vuisten in de richting van de berg Sion en Jeruzalem.
33 Maar let op, de Heer van de hemelse legers zal met geweld de boomtoppen afkappen. De hoge stammen zullen worden omgehakt.
34 Met een bijl zal Hij het dichte bos van de Libanon omhakken. De Libanon zal kaalgekapt worden door de Almachtige God.