1 [ De Heer zegt: ] "Laat iedereen die dorst heeft, [ bij Mij ] water komen halen. En laat iedereen die geen geld heeft, [ bij Mij ] brood komen kopen, en eten. Kom, koop [ bij Mij ] zonder geld en zonder prijs wijn en melk.
2 Waarom tellen jullie geld af voor iets wat geen brood is? Waarom betalen jullie veel voor iets wat niet helpt tegen de honger? Luister goed naar Mij, dán hebben jullie voedzaam eten. En dan zal jullie binnenste genieten van de overvloed.
3 Spits jullie oren voor wat Ik zeg en kom naar Mij toe. Luister naar mijn woorden, dan zullen jullie leven. Ik zal met jullie een eeuwig verbond sluiten, zo sterk als mijn verbond met [ koning ] David.
4 Let op, hij is mijn getuige voor de landen. Ik maakte hem koning en heerser over de volken.
5 Let op, jullie zullen een ver volk roepen, een volk dat jullie niet kenden. En dat volk dat jullie niet kende, zal van ver snel naar jullie toe komen. Daar zal Ik voor zorgen, omdat Ik dat wil, Ik, jullie Heer God, de Heilige God van Israël. Ik maak jullie machtig."
6 [ Jesaja zegt: ] Zoek de Heer terwijl Hij Zich laat vinden. Roep Hem om hulp, terwijl Hij dichtbij is.
7 Laten de mensen die zich niets van God aantrekken, een nieuw leven beginnen. En laten de slechte mensen van gedachten veranderen. Laten ze de Heer weer gaan dienen. Dan zal Hij goed voor hen zijn. Laten ze teruggaan naar onze God, want Hij vergeeft alles.
8 [ De Heer zegt: ] "Want mijn plannen zijn niet jullie plannen. En Ik doe de dingen op een andere manier dan jullie, zegt de Heer.
9 Want net zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn mijn plannen hoger dan jullie plannen. Mijn plannen gaan jullie verstand ver te boven. De dingen die Ik doe, zijn voor jullie niet te begrijpen.
10 De regen en de sneeuw vallen uit de hemel en gaan daar niet naar terug. Maar ze maken de aarde nat en vruchtbaar, zodat er planten gaan groeien. Die planten zorgen voor zaad voor de zaaier en voor brood voor de eter.
11 Net zo zullen de woorden die Ik spreek, niet naar Mij terugkomen zonder dat ze hun werk hebben gedaan. Wat Ik zeg, zal gebeuren."
12 [ Jesaja zegt: ] Jullie zullen blij op reis gaan en veilig [ in Israël ] aankomen. De bergen en de heuvels zullen over jullie juichen. De bomen in het veld zullen in hun handen klappen.
13 Op de plaats van doornstruiken zullen cipressen gaan groeien. Op de plaats van distels zullen wilgen gaan groeien. Dit zal de Heer voor eeuwig beroemd maken. Nooit zullen de mensen vergeten wat Hij heeft gedaan.