7 Maar nu heeft de hele aarde rust.Iedereen juicht en is blij.
8 Zelfs de cipressen zijn blij met de vrede,samen met de cederbomen van de Libanon.Ze zeggen: 'Sinds jij bent neergeslagen,komt niemand ons meer omhakken.'
9 Het dodenrijk is in rep en roer om je te ontvangen, koning van Babel!De geesten van mensen die allang dood zijn,worden voor jou wakker gemaakt.De geesten van gestorven koningen staan op van hun troon.
10 Ze heten je welkom met de woorden:'Jij bent nu net als wij je kracht kwijt.Je bent nu één van ons.
11 Je rijkdom en je muziek zijn met jou verdwenen.Voortaan zijn wormen je matras en larven je deken.'
12 Morgenster, zoon van het ochtendlicht, wat ben je diep gevallen!Jij die over de volken heerste, bent neergeslagen.
13 En je dacht nog wel: 'Ik zal opstijgen naar de hemel,en hoog boven de sterren van God mijn troon neerzetten.Ik zal op mijn troon zitten op de bergwaar de engelen voor de troon van God samenkomen,ver in het noorden.