1 [ Jesaja zegt: ] In die tijd zal de Heer met zijn harde, grote, sterke zwaard de leviatan straffen, die kronkelende zeedraak . Hij zal de draak in de zee doden.
2 In die tijd zal Gods wijngaard [ (Israël) ] rood van de druiven zien. Zing over die wijngaard!
3 [ De Heer zegt: ] "Ik, de Heer, zal voor mijn wijngaard zorgen. Ik zal hem elke dag water geven. Ik zal hem dag en nacht bewaken, zodat niemand hem kwaad kan doen.
4 Ik ben niet langer woedend op mijn wijngaard. Wie zal Mij durven aanvallen? Ik zal elke vijand vernietigen, net zoals je dorens en distels uitrukt en verbrandt.