15 Jullie zeggen: 'We hebben een verbond met de dood gesloten [ (Egypte) ], en met het dodenrijk een verdrag gemaakt. Als de vijand [ (Assur) ] als een grote overstroming en als een vloedgolf aankomt, zal hij ons niet kunnen bereiken. Wij zijn veilig.' Maar jullie verbergen je achter een leugen en verstoppen je onder bedrog.
16 Daarom zegt de Heer: "Ik ga in Sion een Steen leggen, een stevige, kostbare Steen. Een Steen die de belangrijkste Bouwsteen van het gebouw zal worden en die stevig zal liggen. Wie op die Steen vertrouwt, zal niet hoeven te vluchten.
17 Ik zal jullie opmeten en beoordelen. Mijn recht is mijn meetlint en mijn rechtvaardigheid is mijn waterpas. Dan zal de vijand als een hagelbui jullie schuilplaats van leugens [ (= het verbond met Egypte) ] platgooien. Hij zal die als een vloedgolf wegspoelen."
18 Jullie verbond met de dood [ (Egypte) ] zal worden vernietigd en jullie verdrag met het dodenrijk zal niet blijven bestaan. Als de vijand als een grote vloedgolf komt, zullen jullie daardoor worden vernietigd.
19 Elke keer als hij langskomt, zal hij jullie meesleuren. Steeds opnieuw zal hij langskomen, dag en nacht. Alleen al als jullie horen zeggen dat hij komt, zal dat een nachtmerrie voor jullie zijn.
20 Jullie zullen je verschrikkelijk voelen. Alsof je bed te kort is om languit te liggen en je deken te smal is om onder weg te kruipen.
21 Want de Heer zal iets bijzonders [ bij jullie ] doen, net als vroeger [ bij de Filistijnen ] bij de berg Perazim, en net als vroeger in het dal van Gibeon. Het zal iets heel ongewoons zijn, iets heel bijzonders.