19 kettingen, armbanden, sluiers,
20 hoofddoeken, voetenkettinkjes, gordels, parfumflesjes, oorringen,
21 zegelringen, neusringen,
22 feestkleren, mantels, omslagdoeken, tasjes,
23 handspiegeltjes, onderkleren en bovenkleren.
24 Ze zullen stinken in plaats van naar parfum ruiken. Ze zullen een touw om hun middel dragen in plaats van een gordel. Ze zullen kaal geschoren zijn in plaats van mooie haarvlechten hebben. Ze zullen rouwkleren dragen in plaats van feestkleren. Ze zullen een brandmerk hebben waardoor ze niet langer mooi zijn.
25 De mannen zullen worden gedood. De helden zullen in de oorlog omkomen.