12 Want de mensen zullen hun handen wringen van verdriet over de prachtige akkers en de goede wijnstruiken van mijn volk.
13 Want op de akkers van mijn volk zullen alleen nog dorens en distels groeien. Ja, er zullen dorens en distels groeien in alle huizen van de stad waar eerst plezier werd gemaakt en waar de mensen vrolijk waren.
14 Het paleis zal verlaten zijn. De hele stad zal leeg en stil zijn. De burcht Ofel en de wachttorens zullen voor altijd in puin liggen. Er zullen wilde ezels lopen en het vee zal er grazen.
15 Dat zal duren totdat de Geest uit de hemel over ons uitgestort wordt.[ Jesaja zegt: ] Wanneer de Geest uit de hemel over ons uitgestort wordt, zal de woestijn veranderen in vruchtbaar land. En vruchtbaar land zal een heel bos worden.
16 Dan zal het recht heersen in de woestijn en in het vruchtbare land.
17 En doordat er rechtvaardigheid heerst, zal er voor eeuwig vrede en veiligheid zijn.
18 En mijn volk zal in vrede wonen. Ze zullen veilig wonen, zonder in hun rust te worden gestoord.