11 Laten de woestijnen, de steden en dorpen en de woestijnbewoners Hem prijzen! Laten de bergbewoners het van de bergtoppen roepen! Laten ze allemaal voor de Heer roepen en juichen!
12 Laten de landen langs de kust Hem prijzen!
13 De Heer zal er op uittrekken als een held. Als een krijger zal Hij verlangen naar de strijd. Hij zal juichen en het uitschreeuwen. Hij zal zijn vijanden overwinnen.
14 De Heer zegt: "Ik heb aldoor gezwegen. Ik heb Mij aldoor ingehouden en niets gezegd. Maar nu zal Ik luid schreeuwen. Ik ga ze verwoesten en vernietigen.
15 Ik zal bergen en heuvels verschroeien zodat alle planten daarop verdorren. Ik zal rivieren laten verdwijnen en plassen laten opdrogen.
16 En Ik zal de blinde mensen leiden op een weg die ze niet kenden. Ik zal hen brengen over wegen waar zij niets vanaf wisten. Ik zal het donker voor hen veranderen in licht. Ik zal de weg voor hen vrijmaken. Deze dingen zal Ik voor hen doen. En Ik zal hen niet verlaten!
17 De mensen die op hun godenbeelden vertrouwden, zullen vluchten. De mensen die tegen hun beelden zeiden: 'Jullie zijn onze goden,' zullen bedrogen uitkomen en voor schut komen te staan.