8 De wachtposten op je muren roepen en juichen. Want met eigen ogen zullen ze zien hoe de Heer de bewoners naar Jeruzalem terugbrengt.
9 Puinhopen van Jeruzalem, juich! Want de Heer heeft zijn volk getroost! Hij heeft Jeruzalem bevrijd!
10 De Heer heeft alle volken laten zien hoe machtig Hij is. Tot aan het einde van de aarde zullen de mensen zien hoe God redt.
11 Vertrek, vertrek, ga weg daar [ uit Babel ]! Raak niets aan dat onrein is. Ga bij hen weg. Maak je klaar voor de Heer, jullie die de voorwerpen van de tempel van de Heer dragen.
12 Jullie hoeven niet haastig te vertrekken. Het zal geen vlucht zijn. Want de Heer gaat voor jullie uit en de God van Israël bewaakt jullie achterhoede.
13 [ De Heer zegt: ] "Mijn dienaar zal wijs zijn. En Hij zal eer, heel veel eer ontvangen.
14 Eerst waren de mensen geschokt over wat er met Hem gebeurde. Hij werd erger mishandeld dan alle andere mensen. Hij zag er nog amper menselijk uit.