5 Vreemdelingen zullen klaarstaan om voor jullie te werken. Ze zullen jullie vee voor jullie hoeden en op jullie akkers en in de wijngaarden werken.
6 Maar jullie zullen priesters van de Heer worden genoemd, en dienaren van onze God. Jullie zullen leven van de rijkdommen die de volken hebben verzameld. Daarvan zullen jullie genieten.
7 Eerst stonden jullie verschrikkelijk te schande. Maar dat zal jullie dubbel worden vergoed. Eerst werden jullie uitgelachen. Maar dan zullen jullie juichen over de buit. Jullie zullen alles dubbel vergoed krijgen en voor altijd blij zijn.
8 [ De Heer zegt: ] "Want Ik houd van rechtvaardigheid. Ik haat beroving en Ik haat het kwaad. Ik zal ervoor zorgen dat mijn volk precies krijgt waar het recht op heeft. Ik zal een eeuwig verbond met hen sluiten.
9 Hun familie ná hen zal bekend zijn onder de andere volken en landen. Iedereen die hen ziet, zal moeten toegeven dat de Heer met hen is."
10 [ Jeruzalem zegt: ] "Ik ben heel erg blij met de Heer. Ik juich over wie God is. Want Hij heeft mij gered. Hij is voor mij opgekomen. Daardoor ben ik nu net zo mooi als een bruidegom in zijn feestkleren, of als een bruid met al haar sieraden om.
11 De Heer zal ervoor zorgen dat de volken rechtvaardig worden en Hem zullen prijzen. Dat is net zo zeker als dat er planten uit de aarde groeien en er zaden ontkiemen in een tuin. Alle volken zullen zien hoe geweldig Hij is. Ze zullen Hem prijzen."