8 Wie heeft ooit zoiets gehoord? Wie heeft ooit zoiets gezien? Is ooit een volk of een land in één dag ontstaan? Maar Jeruzalems zoon was er onmiddellijk.
9 De Heer zegt: "Zou ik soms een kind doen ontstaan in zijn moeders buik, maar hem niet geboren laten worden? [ Wat Ik begin, maak Ik ook af. ]"
10 Wees blij, samen met Jeruzalem. Laat iedereen die van Jeruzalem houdt, juichen. Wees blij over de stad en wees niet langer verdrietig.
11 Geniet van Jeruzalem, zoals een kind ervan geniet om bij zijn moeder op schoot te zitten. Geniet ervan hoe mooi de stad is.
12 Want de Heer zegt: "Ik zal vrede naar Jeruzalem laten toestromen als een rivier. En de rijkdommen van de volken zullen als een brede stroom naar Jeruzalem stromen. Ik zal jullie te eten geven. Ik zal jullie verzorgen en vertroetelen.
13 Net zoals een moeder haar kind troost, zo zal Ik jullie troosten. Ja, jullie zullen in Jeruzalem worden getroost.
14 Jullie zullen het zien en jullie zullen weer blij zijn. Jullie zullen zo sterk en gezond zijn als jonge bomen. Ik Zelf zal voor mijn dienaren zorgen. Maar mijn vijanden zal Ik straffen.