14 Dan zouden jullie bij Hem veilig zijn. Maar nu, omdat jullie geen ontzag voor Hem hebben, zal Hij een steen zijn waarover jullie zullen struikelen. Alle twee de koninkrijken van het volk Israël zullen over Hem struikelen. Hij zal een valkuil worden voor de bewoners van Jeruzalem.
15 Veel van hen zullen struikelen en vallen en verslagen worden. Ze zullen in de kuil vallen en gevangen genomen worden."
16 [ Jesaja zegt: ] Schrijf dit allemaal op, maar zorg dat mijn leerlingen het niet kunnen lezen.
17 God houdt Zichzelf verborgen voor het volk Israël. Maar ik blijf op de Heer vertrouwen. Ja, ik blijf verwachten dat Hij ons zal redden.
18 Let op, ik en de kinderen die de Heer mij heeft gegeven, lopen in Israël rond als een teken en een waarschuwing [ (door de namen die ze hebben) ]. De Heer van de hemelse legers die op de berg Sion woont, gebruikt ons zo om het volk Israël te waarschuwen.
19 Mensen zullen aan jullie vragen: 'Willen jullie voor ons aan waarzeggende geesten en aan de geesten van doden om raad vragen?' Maar die mompelen en piepen alleen maar wat! We moeten toch alleen aan onze God om raad vragen? Waarom zou je aan de doden om raad vragen voor de levenden?
20 Luister naar wat de wet van God zegt. En luister naar wat ik namens God heb gezegd! Als mensen andere dingen zeggen, is er geen hoop meer voor hen.