8 Assur zal Juda overspoelen en steeds verder om zich heen grijpen, totdat het water Juda tot aan de lippen komt. Assur zal met zijn legers het hele land bedekken."– O Heer, wees met ons! [ roept Jesaja uit. ]
9 [ Jesaja zegt: ] Stroom maar samen, volken van de aarde! Maar jullie zullen verliezen. Luister, jullie die in verre landen wonen! Maak jullie maar klaar om [ ons ] aan te vallen! Maar jullie zullen worden verslagen.
10 Maak maar plannen! Er zal toch niets van terechtkomen. Zeg maar wat jullie willen! Het zal toch niet gebeuren. Want God is met ons.
11 [ Jesaja zegt: ] Dit is wat de Heer tegen mij zei toen zijn Geest over mij kwam. Hij waarschuwde mij om niet dezelfde dingen te doen als dit volk.
12 Hij zei: "Noem geen samenzwering wat dit volk een samenzwering noemt. En wees niet bang waar zij bang voor zijn.
13 [ Volk, ] wees liever bang voor Mij en heb diep ontzag voor Mij, de Heer van de hemelse legers.
14 Dan zouden jullie bij Hem veilig zijn. Maar nu, omdat jullie geen ontzag voor Hem hebben, zal Hij een steen zijn waarover jullie zullen struikelen. Alle twee de koninkrijken van het volk Israël zullen over Hem struikelen. Hij zal een valkuil worden voor de bewoners van Jeruzalem.