25 Dat weigerde Mozes: ‘Wij moeten al ons vee meenemen als offers voor onze Here.
26 Er mag geen dier achterblijven, want wij weten pas wat wij aan de Here moeten offeren wanneer wij op de plaats van bestemming zijn.’
27 Maar opnieuw zorgde de Here ervoor dat de farao hardnekkig bleef weigeren het volk te laten gaan.
28 De farao riep Mozes toe: ‘Verdwijn! Ik wil je niet meer zien! Als je het waagt hier nog eens te komen, zal ik je doden.’
29 ‘Inderdaad, wij zullen elkaar nooit meer zien,’ was Mozes' antwoord.