33 Mozes zei tegen Aäron: ‘Haal een kruik, doe daar 2,2 liter manna in en bewaar het voor de komende geslachten op de plaats waar de Heer aanwezig is.’
34 Aäron deed wat de Here Mozes had opgedragen en bewaarde het manna naast de ark in de tabernakel.
35 Veertig jaar lang aten de Israëlieten het manna, totdat zij in het land Kanaän aankwamen.
36 Voor het afmeten van het manna gebruikte men een vaste maat, een vat van tweeëntwintig en een halve kilo.