6 Mozes en Aäron riepen de Israëlieten bijeen en zeiden: ‘Vanavond zullen jullie merken dat het de Here was die ons uit Egypte heeft bevrijd.
7 En morgenochtend zullen jullie nog meer van zijn glorie zien. Hij heeft jullie klachten tegen Hem gehoord. Hij weet dat jullie niet tegen ons klagen, want wie zijn wij tenslotte?
8 De Here zal jullie 's avonds vlees en 's morgens brood te eten geven.
9 Kom nu voor de Here staan en luister naar zijn antwoord op jullie klachten.’
10 Aäron riep iedereen samen en terwijl hij nog sprak, werd aller blik getrokken naar de woestijn, want daar verscheen de heerlijkheid van de Here vanuit de wolk die hen leidde.
11-12 Toen sprak de Here met Mozes en zei: ‘Ik heb de klachten van de Israëlieten gehoord. Zeg tegen hen: 's Avonds zult u vlees eten en 's morgens kunt u worden verzadigd met brood. Dan zult u erkennen dat Ik, de Here, uw God ben.’
13 Die avond kwam een grote zwerm kwartels uit de lucht en bedekte het kamp en 's morgens lag er een laag dauw rond het kamp.